Kennismaking
Allie de Klerk (43 jaar) is in Nijmegen geboren maar heeft tot zijn vierde levensjaar gewoond in Portugal (Lissabon). Op 11 jarige leeftijd begon Allie les te volgen in een Braziliaans dans -en vechtsport genaamd Capoeira. Later heeft hij hierin lesgegeven in diverse basisscholen rondom Utrecht. Allie heeft altijd een grote passie gehad voor dans -en muziek. Na voor de HAVO te zijn geslaagd in 2002 koos hij voor de Bachelor opleiding Oefentherapie Mensendieck aan de hogeschool van Amsterdam. Stages als therapeut waren in zijn beginperiode als oefentherapeut Mensendieck dan ook vooral gericht op de doelgroep dansers -en sporters. Stages heeft hij onder andere gelopen bij de Nederlands Nationaal Ballet academie te Amsterdam. In 2006 mocht Allie zijn diploma in de Mensendieck ontvangen.
Na zelf een heftig duikongeluk te hebben gehad in 2006 en vele jaren met hoofdpijn rondgelopen te hebben, kreeg hij steeds meer interesse in neurologische aandoeningen. Ervaring op neurologisch vlak heeft hij in zijn laatste stageperiode in de Mensendieck opgedaan. De daaropvolgende 6 jaar mocht hij dit in de praktijk brengen in Den Bosch. Hier werd hij ingewerkt door een collega die al 20 jaar ervaring had met neurologische aandoeningen. Allie kreeg in deze periode vele patiënten te zien die door diverse neurologen naar hem doorverwezen werden. Samen met zijn toenmalige collega heeft Allie een methodiek ontwikkeld om mensen met neurologische klachten zoals hernia’s en carpaaltunnel syndroom effectiever te behandelen.
Hoewel elke therapie zijn waarde heeft was het uiteindelijk met de verkregen osteopatische kennis dat hij van zijn hoofdpijnklachten afkwam. Geïnspireerd door dit gegeven volgde hij de 6 jarige Osteopathie opleiding van ‘College Sutherland’ te Amsterdam. De osteopathie opleiding voelde voor hem als een soort thuiskomen. Het opent elke keer weer nieuwe deuren en geeft perspectief aan zaken waarvan je eerst dacht ‘ik moet er maar mee leven’.
’Ik verbaas me tot op de dag van vandaag over indrukwekkende resultaten. Elke patiëntenbrief weer…’